De voetbalwereld heeft de plicht om de maatschappij iets terug te geven

Wie het Belgische voetbal volgt, heeft ongetwijfeld al gehoord van Stijn Van Bever. Als woordvoerder van de Pro League, de organisator van het Belgische profvoetbal, is hij geen onbekend gezicht op ons televisiescherm. Stijn maakt met veel plezier tijd voor Chapter21 om te praten over onder meer de rol van het voetbal in onze samenleving, de rol van de media en de vergelijking tussen de Pro League en de bedrijfswereld. Stijn is duidelijk een man met een hart voor voetbal en bovenal met het hart op de juiste plaats.


Stijn, hoe ziet jouw parcours bij de Pro League eruit?

Stijn Van Bever: Ik werk al sinds 2012 bij de Pro League, eerst als CSR Manager en vervolgens ben ik doorgegroeid naar de communicatiedienst. Vandaag ben ik Head of Public Affairs. 10 jaren in dezelfde organisatie lijken lang, maar het werk bij de Pro League vraagt om bijzonder veel flexibiliteit. Er is een voortdurende wisselwerking tussen het voetbal en wat er zich in de maatschappij af- speelt. Daardoor is er een hoge mate van variatie en vliegen de jaren voorbij.

Welke bredere rol speelt het voetbal in de maatschappij?

Stijn: Binnen de Pro League heerst de overtuiging dat het voetbal maatschappelijk relevant moet blijven en de maatschappij kan versterken en verbeteren. Tijdens mijn job stel ik voortdurend de vraag wat er in de maatschappij gebeurt en hoe het voetbal daarop kan inspelen. Als Pro League zijn wij het aan de maatschappij verplicht om onze ogen en oren open te houden. Wij proberen trends zo snel mogelijk op te vangen en
te vertalen naar de voetbalwereld. Uiteindelijk maakt de voetbalwereld integraal deel uit van de maatschappij. Hoe? In de praktijk zijn wij voortdurend in gesprek met zoveel mogelijk actoren die representatief zijn voor de samenleving. Dat gaat dan om de verschillende politieke niveaus, maar evenzeer om het onderwijsveld, de media en armoede organisaties. Veel beslissingen worden afgetoetst met deze partijen. Ik durf zelfs een stap verder gaan en stellen dat het voetbal de morele plicht heeft om rekenschap af te leggen aan de maatschappij.

Wie maatschappelijke relevantie zegt, zegt ook inclusie van alle bevolkingsgroepen. Hoe inclusief is het huidige Belgische voetbal?

Stijn: De toegankelijkheid van onze stadions en de inclusie van alle bevolkingsgroepen zijn een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de Pro League als instantie en de voetbalclubs zelf. Er zijn de afgelopen jaren bijzonder grote stappen gezet om het voetbal inclusiever te maken. Een ticket om een bekerwedstrijd tot en met de halve finales bij te wonen kost vijf euro. Dat is een zeer scherpe prijs die ook wie het niet altijd even makkelijk heeft in staat stelt om naar het voetbal te gaan. Daarnaast bieden steeds meer clubs de mogelijkheid aan om wedstrijden bij te wonen via de UiTPAS waarbij het voetbal geïntegreerd wordt in het vrijetijdsaanbod. Het supportersgeweld in de stadions is in dat opzicht een prioriteit. Een vader die met zijn kinderen naar het voetbal wil komen kijken, moet verzekerd zijn van de veiligheid.
Ook voor mindervaliden zijn er concrete evoluties merkbaar. Vroeger kregen rolstoelgebruikers een vaste strook waar ze op een rij naar de wedstrijd konden kijken. Maar steeds meer voetbalclubs maken hun volledige stadions rolstoelvriendelijk. Dat is inclusie zoals inclusie zou moeten zijn. Daarnaast zien we de opkomst van blindentribunes waar blinden en slechtzienden de match kunnen beleven via specifieke verslaggeving. In het kader van inclusie wil ik zeker ook Younited Belgium vermelden, de belangrijkste maatschappelijke partner van de Pro League. Younited Belgium is een netwerk van teams dat een thuis biedt aan kwetsbare bevolkingsgroepen: thuislozen, personen in financiële moeilijkheden, personen met een verslavingsproblematiek of psychische moeilijkheden, kortom iedereen die zich in een overlevingssituatie bevindt.

Kan de Pro League in zekere zin beschouwd worden als een bedrijf?

Stijn: Zeker en vast. Meer nog, de positionering van de Pro League als bedrijf is een bewuste keuze. De Pro League is trouwens de grootste evenementenorganisator in België: gedurende 40 weekends per jaar organiseren wij 16 ‘festivals’. In het kader van onze werking als bedrijf mag je de impact van de media niet onderschatten. 32 chapter 21 magazine SPORT “De Pro League is als een startup: flexibel en wendbaar in functie
van veranderingen.” Een voorbeeld is het wetsvoorstel van de minister van Justitie dat reclame van gokbedrijven zou verbieden. Dat verbod heeft een directe impact op sponsorcontracten en partnerships binnen het profvoetbal. De media hebben toen een vergrootglas geplaatst op de Pro League om te kijken hoe de voetbalwereld met die verandering zou omgaan. Dat verhoogt onze scherpte om snel te denken en snel te handelen: Wie is er binnen het voetbal betrokken partij? Welke initiatieven bestaan al? Met welke organisaties moeten we als eerste rond de tafel gaan zitten? Net zoals bedrijven moet de Pro League de uitdagingen trotseren met een frisse blik en op een daadkrachtige manier. Ik zie onszelf vaak als start-up waar je heel flexibel en wendbaar moet omgaan met veranderingen.

Het voetbal is het afgelopen decennium sterk geprofessionaliseerd. Hoe waak je erover dat het voetbal vooral voetbal blijft?

Stijn: Het klopt dat voetbalclubs moderne bedrijven zijn geworden met een heuse bedrijfsstructuur, financiële doelstellingen en een zakelijk team om het bedrijf te managen. Maar voetbal zal altijd voetbal blijven. Wie een voetbalwedstrijd bijwoont, weet als geen ander dat voetbal een leverancier van emoties is. Bovendien hebben we de unieke kracht om mensen te verbinden, over de generaties, de culturen en de religies heen. De slogan van de Pro League is “Dichter bij voetbal” en daarmee willen we die verbindende rol extra onderstrepen.

Tot slot, over welke talenten moet een profvoetballer beschikken?

Stijn: De speltechnische skills zijn een evidentie. Daarnaast wordt voetbalsucces voor een groot deel bepaald door wat er zich tussen de oren afspeelt. Zo is focus een essentiële eigenschap van een profvoetballer. Ook de juiste omkadering is cruciaal om het mentale aspect te ondersteunen. Onze Belgische profclubs hebben grote stappen gezet om die omkadering zo optimaal mogelijk te maken. Iemand die pakweg 20 jaar geleden profvoetballer wilde worden, moest daar bijzonder veel opofferingen voor doen, bijvoorbeeld gedurende langere tijd van huis wegblijven. Die opofferingen moeten nog altijd gebracht worden, maar er is nu veel meer aandacht voor de context waarin een jonge voetballer opereert. Denk maar aan de combinatie studeren-voetballen, de psychologische begeleiding of flexibeler reizen. Het is geen toeval dat de Belgische jeugdopleiding bij de beste van Europa behoort.

Deze lees je misschien ook graag