Wij werven aan op basis van attitude

Jeroen Poels, zowel zijn naam als zijn gezicht doen ongetwijfeld een bel rinkelen. Als piepjonge founder en CEO van het studentenuitzendkantoor Deltaworx kreeg Jeroen de kans om zijn leiderschaps- en managementkwaliteiten te tonen in onder meer het televisieprogramma ‘Jonge Wolven’ (VTM). Maar wie is deze ‘jonge wolf’ eigenlijk? Hoe ziet hij de toekomstige rol van de jobstudent? En hoe kijkt hij naar het onderwijs? Vanuit het hoofdkantoor in Antwerpen mogen we een spervuur van vragen loslaten op Jeroen en hij antwoordt ons met veel charisma en ondernemerspassie.

 

Jeroen, hoe ziet jouw gemiddelde werkdag eruit?

Jeroen Poels: In tegenstelling tot veel collega-ondernemers ben ik geen vroege vogel. Ik zal het ook nooit worden. Ik heb mijn acht uur slaap echt wel nodig en ik kom gemiddeld om 9u30 toe op kantoor. Mijn dag kan je allerminst een klassieke werkdag noemen. Naast de hoofdzetel in Antwerpen hebben we ook filialen in Gent en Brussel waar ik regelmatig naartoe ga. Inhoudelijk ben ik veel bezig met commerciële en financiële meetings alsook met het team management. Daarnaast beheer ik zelf nog een aantal grote klantenaccounts. Tijdens een werkdag zijn de werksfeer en de collegialiteit minstens even belangrijk als de taken en verantwoordelijkheden die we als bedrijf hebben. Een professional besteedt in zijn of haar leven gemiddeld 90.000 uren op de werkvloer, reden genoeg om als werkgever te investeren in een aangename werkomgeving. Bij Deltaworx moet je niet vreemd opkijken als er op een maandagmiddag een paar collega’s de barbecue aansteken of als er ergens een hond rondloopt. Over werksfeer gesproken, ik vind trouwens dat ik als ondernemer in een bevoorrechte positie sta: ik kan zelf kiezen met wie ik graag wil samenwerken.

 

Waar denk je spontaan aan bij de term ‘talent’?

Jeroen: ‘Talent’ heeft een meervoudige betekenis voor mij. Deltaworx is ons uitzendkantoor gespecialiseerd in studentenwerk. Deltasearch is dan weer ons kantoor gespecialiseerd in de werving en de selectie van IT-professionals. In beide gevallen zijn wij bezig met mensen, met talent. De invulling van de term ‘talent’ is niet meer dezelfde als 10 jaar geleden. Doordat we in een ‘candidate driven’ markt zitten is de relatie tussen werkgever en werknemer sterk veranderd. De werknemer zit aan het stuur en de werkgever moet een stevige mentaliteitswijziging doorvoeren om talent aan te trekken, te houden en te vormen. Dat is een boeiend proces. Bij Deltaworx hebben wij het geluk dat we al 10 jaar bezig zijn met jongeren. De jongeren die wij pakweg zes jaar geleden aan een studentenjob hielpen, zetten nu hun eerste stappen als professionals. Wij hebben bijgevolg onze mentaliteit nooit echt moeten wijzigen: wij konden en kunnen gewoon mee evolueren op het ritme van de jeugd. Heb jij bepaalde technieken om talent te herkennen? Het is een huizenhoog cliché en tegelijk helemaal waar: wij werven aan op basis van attitude en niet op basis van skills. Skills kan je immers leren. 

 

Talent en skills mogen echter niet losgekoppeld worden van elkaar en zijn erg functie- en sectorafhankelijk. Wanneer je iemand aanwerft voor een financiële functie, dan moet die persoon toch een minimum aan analytisch vermogen hebben. Zit je meer in een HR-rol, dan zijn human en soft skills een talent dat niet mag ontbreken. Voor mij overstijgt de definitie van talent echter het ‘attitude versus skills’-verhaal. Van de persoon die met mij samenwerkt, verwacht ik ook dat hij of zij cultureel gezien binnen de organisatie past, een harde werker is en kansen grijpt die zich aandienen. Die ‘cultural fit’ vind ik erg belangrijk. Iemand kan bijzonder talentvol zijn, een goede attitude hebben en de perfecte skills hebben voor een job. Wanneer die persoon echter niet past binnen de cultuur van een organisatie, dan valt meer dan de helft van de voornoemde meerwaarde in het water.

 

Je hoort af en toe de stelling ‘jonge Vlamingen willen niet meer zo hard werken’. Wat is jouw mening?

Jeroen: Ik ga daar absoluut niet mee akkoord. De generatie-Z staat helemaal anders in het leven dan onze ouders. Wil je die populatie gemotiveerd houden, dan is het cruciaal om je af te vragen wat deze jonge professionals precies drijft in het leven. Er is geen allesomvattend antwoord op die vraag. Vroeger draaide het voor een werknemer om de functietitel, het salaris en de bekendheid van het bedrijf. Een carrière met 30 jaar anciënniteit binnen hetzelfde bedrijf was de norm. Jonge mensen stellen andere vragen. Wat zijn de normen en waarden van een bedrijf? Matchen die met mijn eigen visie op het leven? Hoe flexibel zijn de uren? Hoe is de werksfeer? Hoe is het kantoor ingericht? Hoe flexibel ziet de verloning eruit? Is er een mogelijkheid om als aandeelhouder te participeren in het bedrijf? Hoe ziet de structuur eruit? Hiërarchisch? Vlak? Wie zijn mijn collega’s? Zo kan ik nog even doorgaan. De stelling ‘jongeren willen niet meer werken’ komt voort uit een verkeerde perceptie. Als ik kijk naar mijn eigen bedrijf, Deltaworx, dan kan ik absoluut stellen dat hier keihard wordt gewerkt. Er vertrekt hier zelden iemand vóór 17u30, niet omdat dat verwacht wordt, wel omdat hier een goede werkethiek heerst.

 

Jij hebt zelf op 18-jarige leeftijd de schoolbanken verlaten om Deltaworx op te richten. Heb je het gevoel dat je veel gemist hebt?

Jeroen: Ja en neen. Mijn broer heeft een meer standaard traject afgelegd. Hij is als Erasmusstudent naar Spanje gegaan en heeft na zijn studies nog een wereldreis gemaakt. In dat opzicht heb ik wel wat gemist. Wil dat zeggen dat ik alles gemist heb? Neen. Ik was, in tegenstelling tot de meeste van mijn leeftijdsgenoten, zeer snel financieel onafhankelijk. Bovendien werkte ik met en voor studenten. Ik heb dus steeds voeling gehouden met de leefwereld van tieners en studenten. Ook ik maakte tijd om op donderdagavond te gaan feesten tot in de vroege uurtjes, met die nuance dat ik de volgende ochtend wel paraat op kantoor stond.

 

Wat was of is er mis met het klassieke schoolsysteem?

Jeroen: Ik ben daar heel eerlijk over: ik heb het altijd bijzonder jammer gevonden dat ik mijn studies niet heb afgemaakt. De oorzaak lag bij het schoolsysteem zelf, niet bij mijn motivatie. Er was 10 jaar geleden gewoon heel weinig ademruimte voor buitenbeentjes zoals ik. Enerzijds legt het onderwijs de basis voor professioneel succes, anderzijds moeten we van onderwijs ook geen walhalla maken. Vind ik het onderwijssysteem achterhaald? Ja. Je leert er lezen en schrijven maar je leert er niet hoe je je belastingbrief moet invullen. Vind ik dat we af moeten van het onderwijs? Absoluut niet. Dankzij het onderwijs leren dokters hoe ze mensenlevens kunnen redden. Duale trajecten, een overlapping tussen studeren en werken, zijn voor mij the way to go. Het statuut van student-ondernemer, waarvoor ik zelf mee heb gepleit, is in dat opzicht een prima evolutie. Ook Deltaworx speelt in op die maatschappelijke realiteit: wij laten studenten tijdens hun studies relevante werkervaring opdoen. Anderzijds moet ook het onderwijsveld meer ontvankelijk zijn om (gast)docenten uit de bedrijfswereld te integreren. Dat geldt in het bijzonder voor het hoger onderwijs. Duale trajecten zijn dus niet alleen nuttig voor studenten, ook bedrijfsleiders zouden vaker zo’n dubbele rol moeten spelen.

 

Zou jij een goede minister van Werk zijn?

Jeroen: Wel, als ik dan toch moet kiezen, geef mij dan maar het Ministerie van Onderwijs. Ik zou de minister van Werk geen seconde met rust laten. Het Ministerie van Werk zou de toekomstige noden van de bedrijfswereld in kaart moeten brengen en ik zou dan als minister van Onderwijs een programma samenstellen dat op die noden inspeelt. Nu lopen beide domeinen hulpeloos achter elkaar aan. Daarnaast moet het statuut van de student soepeler worden. In mijn ideale wereld krijgt een student studiepunten door relevante werkervaring op te doen. Een voorbeeldscenario: een student ‘Accountancy-Fiscaliteit’ krijgt jaarlijks 15 studiepunten door 100 uren betaald werk uit te voeren in een boekhoudkantoor. Dat zou toch ongelooflijk relevant en leerrijk zijn? Akkoord, er bestaan stages die initieel hetzelfde doel nastreven. Maar stagiairs worden door veel bedrijven nog te vaak beschouwd als goedkope of gratis werkkrachten. Door de lage financiële drempel hebben bedrijven weinig verwachtingspatronen en zullen ze minder geneigd zijn om tijd, energie en verwachtingen te investeren in studenten. Er is heel wat werk aan de winkel om deze mentaliteit bij bedrijven te veranderen.

 

Hoe belangrijk is een goede ‘work-life balance’ voor jou?

Jeroen: Ik vind de zoektocht naar dé ‘work-life balance’ eigenlijk overroepen. Ondernemende mensen vullen hun leven in zoals ze dat zelf natuurlijk aanvoelen. Wie te hard zijn of haar best doet om het perfecte evenwicht na te streven, zal sneller ontgoocheld zijn. Een concreet voorbeeld: ik geef zelf na de kantooruren regelmatig nog lezingen en keynotes. Is dat werken? Voor mij niet. Ik krijg daar ontzettend veel energie van. Wat er binnen het hokje ‘werk’ en binnen het hokje ‘vrije tijd’ valt, bepaal je zelf.

 

Welke tips wil jij nog meegeven aan jonge ondernemers of aan ondernemende mensen?

Jeroen: Wees creatief om je werknemers te enthousiasmeren. Creëer herinneringen. Met de traditionele vrijdagmiddagborrel ga je echt geen bakens verzetten. Met Deltaworx organiseren wij tweemaal per jaar ‘Move the office’, éénmaal naar een warme bestemming en éénmaal naar een skigebied. Dat is een aanzienlijke hap uit het budget maar het zijn die extra’s die ervoor zorgen dat je medewerkers de extra mile lopen. Wat ik daarnaast absoluut nog wil meegeven is het belang van ‘gunnen en geven’. Het gebrek aan gunfactor in België is de grootste saboteur van ons eigen succes. Ik weet niet waar dat gebrek aan gunfactor vandaan komt maar soms lijkt het alsof het makkelijker is om elkaar te boycotten dan om elkaar te feliciteren. Mochten we elkaar net iets vaker meer succes gunnen, dan zouden er fantastische zaken gerealiseerd worden.

Deze lees je misschien ook graag